Overtuigingen zijn de onbewuste ideeën die je hebt opgebouwd in de loop van je leven over hoe de werkelijkheid in elkaar zit, wat er mogelijk is, en wat er mogelijk is voor jou.
Deze overtuigingen bepalen je leven. Doordat je je gedrag continu aanpast aan wat je gelooft wat mogelijk is, zul je nooit meer kunnen bereiken dan je in je onderbewustzijn gelooft wat er mogelijk is voor je.
Een voorbeeld: als je gelooft dat het onmogelijk is om over een sloot van 2 meter te springen, zul je nooit over die sloot heen proberen te springen, ook al moet je absoluut aan de andere kant zijn. Sterker nog, als je het toch zou proberen, zul je onbewust op het laatste moment iets inhouden, omdat je (onbewust) bang bent dat als je het net niet haalt, je misschien door je enkel gaat op de andere kant van de sloot.
Terwijl als je wel gelooft dat het mogelijk is, zul je met 100% van je energie afzetten en het waarschijnlijk daardoor ook halen.
Zo werken overtuigingen
In het volgende schema staat het duidelijker uitgewerkt. Jouw geloof, of overtuiging, bepaalt wat jij denkt dat er mogelijk is. Het bepaalt dus ook jouw potentieel. Als het onmogelijk is om van een flatgebouw af te springen en het te overleven, dan kun jij dat ook niet. Dus jouw potentieel is afhankelijk van jouw geloof.
Als je vervolgens actie gaat uitvoeren, zal deze afhankelijk zijn van jouw idee van je potentieel.
Soms heb je een geweldig plan om verder te komen met je leven. Misschien begin je een bedrijf naast je huidige werk, of ga je voor een nieuwe baan.
Als jij gelooft dat je het potentieel hebt om daar een succes van te maken, zul je 100% van je energie er in stoppen. Maar als je niet gelooft dat je dat potentieel hebt, zul je ook nog een plan B achter de hand houden. Met andere woorden je zult een deel van je energie steken in plan B en dus minder dan 100% in je nieuwe plan A. Je Actie is dus afhankelijk van je Potentieel
Stel je voor dat je misschien 70% van je energie ergens in steekt? Welk resultaat zul je dan krijgen?
Je zou zeggen een 70% resultaat, maar stel je voor dat je gaat solliciteren met 70% energie, en je concurrenten doen dit met 100% energie… Welk resultaat krijg je dan? Precies 0%.
Als je terugkijkt naar het diagram zie je dus dat jouw overtuigingen bepalen wat je potentieel is, je potentieel bepaalt je actie en je actie bepaalt je resultaat. Kort gezegd: Je overtuigingen bepalen je resultaat.
Wil je een ander resultaat, zul je moeten beginnen met andere overtuigingen.
Waar komen je overtuigingen vandaan?
Alles wat je onbewust gelooft heb je ooit geleerd. Er zijn drie manieren waarop je dit aanleert:
- Via wat je hoort of wat er tegen je gezegd wordt,
- Via wat je ziet, je voorbeelden,
- Via je eigen ervaringen.
Vooral in de eerste jaren van je leven probeert je brein een besef te krijgen van de werkelijkheid. Wat is en wat is niet. Wat is mogelijk en wat is niet mogelijk, wanneer is iets gevaarlijk en wanneer is iets veilig.
Als je elke keer dat je ergens op klimt, je moeder meteen zegt dat je dat niet moet doen en dat je voorzichtig moet zijn, zul je niet gaan geloven dat je tot veel in staat bent. Je zult eerder de overtuiging krijgen dat je bij alles moet uitkijken en dat er veel gevaarlijk is.
Op zich is het goed dat we ons wereldbeeld aan onze kinderen doorgeven. Het is heel goed dat ik mijn kinderen leer om niet op de rand van een flatgebouw te lopen, of om in de dierentuin niet je hand door de kooi van de leeuwen te steken.
Het probleem is dat we ook heel veel doorgeven wat helemaal niet waar hoeft te zijn. En heel veel van deze overtuigingen geven we onbewust door.
Ik heb in mijn jeugd aangeleerd dat het gevaarlijk is als anderen je opmerken. Dan gaan ze iets van je vinden, en dat zal waarschijnlijk wel negatief zijn. Dus je kunt maar beter zorgen dat je niet opvalt. Ik zie dit bij mijn moeder, die in haar leven ook echt genoeg bewijs gehad heeft dat dit ook zo is. Zij heeft ervaren dat als je opvalt dat dit negatieve gevolgen heeft.
Ik heb dit gedrag meegekregen, ben vervolgens op de middelbare school gepest, waarbij mijn overtuiging nog eens versterkt is.
En nu elke keer als ik een stap neem waarbij ik meer zichtbaar wordt (een boek uitgeven bijvoorbeeld), schiet ik in de overdracht. Ik reageer niet passend bij de werkelijkheid, maar bij zoals ik onbewust geleerd heb hoe de werkelijkheid is.
Ik heb in de week dat mijn boek uitkwam zelfs een paar dagen ziek in bed gelegen. Mijn lichaam zorgde ervoor dat ik niet zichtbaar zou zijn.
Je wordt nooit groter dan je overtuigingen
Wil je meer bereiken? Beter gezegd, wil je een ander resultaat dan je tot nu toe altijd gekregen hebt? Dan zul je een andere actie moeten uitvoeren. Daarvoor zul je eerst moeten zorgen dat je een ander potentieel hebt, en daarvoor moet je je geloof aanpassen.
Wil je meer bereiken, dan moet je eerst meer worden.
